Getipt in De Krokante Leesmap! De Ringelingschat van Willy Vandersteen, waarin hij zich waagt aan een middeleeuwse heldenepos, vermengd met mythologie en het werk van Richard Wagner. En wat heeft J.R.R. Tolkien hiermee te maken? Lees verder.
In een oproep op Instagram vroegen de makers van De Krokante Leesmap om boekentips. Met een boekenkast vol inspiratie is het moeilijk kiezen. Om het zo literair mogelijk te houden besloot ik ‘De Ringelingschat’ te tippen. Je hoort aan het eind van De Coronafiles XVI:
De Ring Des Nibelungen
Een gedegen algemene ontwikkeling is van groot belang voor ieder mens. En een groot deel van die ontwikkeling wordt je gaandeweg je levensloop bijgebracht. Dat kan in de schoolbanken zijn. Maar ook zeker in strips. Vandersteen schiep er groot genoegen in om in zijn verhalen historische elementen te verwerken. Zo gaf hij zijn lezertjes op speelse wijze inzicht in werelden die tot die tijd voor nog onbereikbaar waren. Volksvertellingen, fabels en sagen en ook de Grieks, Romeinse en Noordse mythologie. Die laatste staat in ‘De Ringelingschat’ centraal en dan met name het Nibelungenlied en de Ring Des Nibelungen van Wagner.
Verhalen vertellen is zo oud als de weg naar Rome. Voor ongeletterden was het lange tijd de enige manier om kennis te vergaren en vele volksvertellingen werden dan ook mondeling van generatie op generatie overgedragen. Om het voor de verteller makkelijker te maken om de lange vertellingen te onthouden, werden veel van deze verhalen in dichtvorm verteld.
Vandersteen, zelf een begenadigd verhalenverteller in zijn kinderjaren, genoot van de vertellingen die hij als kind hoorde over de kruistochten. Hij slurpte de informatie op. En natuurlijk speelde en vertelde hij het na met zijn vriendjes. Tenminste, als hij niet druk was om met stoepkrijt de verhalen op de straten van Antwerpen te tekenen. Een gegeven dat in De Zeven Schaken uitgebreid aan bod komt.
De verhalen die hij leest als kleine jongen blijven hem bij en dienen in zijn latere werk vaak als inspiratie voor de avonturen van zijn strips. En ook operamuziek, waar zijn moeder graag naar luistert, slaat hij op in zijn geheugen. Wiske dankt haar naam dan ook aan de Vlaamse operazangeres Louisa ‘Wieske’ Ghijs.
Das Nibelungenlied en Der Ring Des Nibelungen
De Duitse componist Richard Wagner baseert een van zijn bekendste muziekstukken, Der Ring des Nibelungen, op de middelhoogduitse heldenepos van het Nibelungenlied, waarin men de ondergang van het huis der Bourgondiërs omschrijft.
De schat van de Nibelung wordt in het eeuwenoude verhaal bewaakt door de onoverwinnelijke drakendoder Siegfried (of Sigurd in de Noordse mythologie). Vandersteen baseerde het verhaal van De Ringelingschat vermoedelijk op een tweedelige film van de Oostenrijkse regisseur Fritz Lang.
Hij reserveert de rol van Siegfried voor Lambik, die in het album als Bikfried het avontuur tegemoet treedt. De tekenaar vermengt echter wel enkele elementen uit de Siegfriedsage met het Nibelungenlied, waardoor het een samensmelting van verschillende verhalen wordt.
Zo stuurt koning Hagen Kart-Offel Bikfried op pad om de verdwenen
Ringelingschat op te sporen. Gewapend met het onverwoestbare zwaard Balming, gesmeed door de dwerg Mispel, neemt Bikfried verder ook nog op tegen de draak To-tal-krieg. Met het zwaard doorklieft hij een aambeeld, net als Siegfried doet in het eerste bedrijf van het tweede deel van Wagners opera.
Veel van deze elementen zijn afgeleid uit verhalen uit de Noordse mythologie. De naam van de boosaardige draak is echter weer een verwijzing van Vandersteen naar een uitspraak van Joseph Goebbels uit 1943, waarmee hij aangaf dat de oorlog niet alleen aan het front plaatsvond, maar ook onder het volk en in de samenleving.
Wagner, Tolkien, Vandersteen, Geerts, Verhaegen
Wagners stuk, Der Ring Des Nibelungen, geeft de Engelse fantasyschrijver J.R.R. Tolkien het vonkje dat nodig is om verhalen van Lord Of The Rings net dat extra beetje mystiek mee te geven.
Strijdbare elfen, edelsmedende dwergen, goede en kwade tovenaars en met name een magische gouden ring werden dan ook gretig ontleend aan de vierdelige opera van de Duitse dichter. Al ontkende Tolkien geïnspireerd te zijn door Wagner (“Both rings were round, and there the resemblance ceases“), je kan je als lezer niet aan de gedachte onttrekken dat er toch enige overlap is tussen de twee.
En wat is er mis met een meekijkend oog op het werk van anderen? Marc Verhaegen geeft grif toe dat hij op zijn beurt voor zijn trilogie* ook een knipoog heeft gemaakt naar het werk van Tolkien en naar de verhalenreeks van Harry Potter, waarbij in Heilig Bloed de figuur Kalasj Nikov gelijkenissen heeft met Voldemort. En het verhaal van In De Ban Van De Milt… Het laat zich raden.
Vandersteen gaf zijn ogen de kost in de na-oorlogse jaren. Voor de verhalen die hij schreef voor het tijdschrift ‘Kuifje’ reisde hij zelfs naar Venetië. Daar deed hij inspiratie op voor het verhaal van ‘De Tartaarse Helm’, wat gepubliceerd werd vanaf mei 1951. ‘De Ringelingschat’ verscheen in de kranten van 2 februari tot 12 juni 1951.
Zeker weten doen we het niet, maar het is niet ondenkbaar dat hij in Italië een exemplaar van ‘Paperino’ uit mei van 1950 onder ogen kreeg. De Italiaanse Donald Duck, waarbij een briesende eenhoorn op de cover stond. Kijk je naar de houding en blik van de eenhoorn, dan is de vergelijking met het sprekende paard Bobard snel gemaakt.
Zeven jaar later herinnert Vandersteen zich het plaatje blijkbaar weer, want dan verwerkt hij exact diezelfde paardenpose wederom in een verhaal. In ‘Het Gouden Paard’ gebruikt Pepita een houten mast als keerpunt in een beweging. Ze neemt daarin nagenoeg dezelfde houding aan.
De Noordse mythologie is niet ver weg in onze hedendaagse volksvertellingen. Van Witte Wieven en weerwolven tot Dwaallichten en kabouters. Het hangt er allemaal mee samen. Vandaar dat menig Suske en Wiske lezer ook zoveel herkent als hij of zij in films of musea oog in oog komt te staan met een van deze wezens uit de Edda of andere boeken uit de mythologische sfeer.
Mythologie in Nederland en België
Nu zijn dit de grotere verhalen uit de wereldgeschiedenis, maar ook vanuit de lage landen zijn verhalen uit de lokale mythologie voortgekomen. En ook daar besteedde Vandersteen aandacht aan. Zo verschijnt in ‘De Briesende Bruid’ bijvoorbeeld de Zwaanridder. Een verwijzing naar de middeleeuwse sage over een mysterieuze held, die de hertogin van Brabant beschermt, zolang zij niet vraagt naar zijn verleden. Een verhaal waar de eerdergenoemde Wagner overigens óók een opera over maakte: Lohengrin. Vandersteen laat Sidonia, die in het album naarstig op zoek is naar een huwelijkspartner, kennismaken met de prins. Maar de verleiding is toch te groot en aangemoedigd door de zwaan vraagt ze naar zijn naam en afkomst. De prins verlaat in tranen het verhaal.
Een aantal van de bekendere antagonisten uit Suske en Wiske komen eveneens voort uit volksvertellingen. Fabelfiguren als de reus Druon Antigoon (‘De 7 Schaken‘) en de kwelgeesten Kludde en Lange Wapper. En ook de Zwarte Madam komt voort uit streeksages uit de Vlaamse Kempen, waarbij ze volgens de overlevering mensen het leven zuur maakte.
Mythes, sagen en sprookjes. Ze zijn dus van alle tijden en helpen vertellers vaak om een moralistische boodschap over te brengen aan de toehoorders. Zowel in geschreven woord als in gesproken woord. En strips.
2 antwoorden op “Noordse mythologie en Wagner in De Ringelingschat”