Zoals in veel vakgebieden is er ook bij het striptekenaarsgilde een plekje in de luwte weggelegd voor de stille krachten. De bescheiden, introvertere vakbroeders en zusters die als diesels doorploegen door weer en wind. Zo iemand is ook Eugeen Goossens, die jarenlang bij Studio Vandersteen plichtsgetrouw meewerkte aan reeksen als Suske en Wiske, Robert en Bertrand, Bessy, Jerom en De Geuzen. Hij wordt vandaag 82 jaar.
Waar Willy Vandersteen en Paul Geerts de schijnwerpers niet schuwden en zo als uitstekende uithangborden voor hun werk fungeerden, kiezen andere tekenaars wat meer de schaduw om in te werken. Studio Vandersteen herbergt vele tekenaars en inkters, die door de jaren heen hun bijdrage leveren aan de vele stripreeksen die al decennialang worden uitgebracht.
Een van die trouwe medewerkers is Eugeen Goossens. Geboren op 9 februari 1942 in Antwerpen en al op jonge leeftijd verknocht aan strips. Voor de kleine Eugeen is al vroeg duidelijk wat hij wil worden. Hij schrijft zelfs op zijn twaalde een eigen Suske en Wiske verhaal (‘De Verloren Schat’) en staat zelfs in de rij tijdens een signeersessie, om een net aangeschaft exemplaar van ‘De Kleppende Klipper’ door de grote meester te laten signeren. Vandersteen zet er een tekening in van Jerom voor zijn jonge bewonderaar.
Eugeen Goossens en Willy Vandersteen
Na een kennismakend gesprek met Vandersteen in Taverne Marcel op de Groenplaats in Antwerpen is Goossens vanaf 1965 diens medewerker. Hij werkt in de beginjaren mee aan De Familie Snoek én de productie van Bessy voor de Duitse markt. Vandersteen wilde eind jaren zestig enkele oude Suske en Wiske verhalen laten moderniseren. Albums als ‘Op Het Eiland Amoras’, ‘Lambiorix’ en ‘De Witte Uil’ werden daarom in die periode door Goossens, Merho en Eric de Rop opnieuw uitgewerkt.
Ook werkte hij mee aan Robert en Bertrand vanaf het vijfendertigste album, De Hel van Solferino. Waar Goossens echter het meest bekend om staat, is zijn werk als inkter aan de reeks Suske en Wiske.
Eind jaren zeventig sprong hij bij met het inkten van Paul Geerts’ tekeningen, ter ondersteuning van Eduard de Rop. Een opvallende stijlverandering, waarbij met name de zwierige lijn, de vloeiender en rondere vormen van Goossens in het oog springen. Over ogen gesproken. De tekenaar voegt in die periode nog een signatuurelement toe door in de ogen van de figuren een glimmertje / pupil toe te voegen. Onmiskenbaar Eugeen.
Voorbeelden van albums waarin je zijn hand sterk kan herkennen zijn:
– De Toffe Tamboer
– De Lieve Lilleham
– Het Delta-Duel
– Het Dreigende Dinges
Suske en Wiske Infostrips en reclamewerk
Waar de oplage van Suske en Wiske in die periode zienderogen toeneemt, groeit ook de werkdruk voor Paul Geerts. Daarom wordt Eugeen bijgeschakeld als tekenaar van een aantal albums in opdracht. Zo tekent hij voor het honderdjarig bestaan van de Zaanse grootgrutter Albert Heijn in 1987 het album ‘Witte Zwanen, Zwarte Zwanen’. In februari ’88 verschijnt het reclame-album ‘Fata Morgana’, wat in opdracht is gemaakt van de Efteling.
Hij inkt tot en met ‘De Jolige Joffer’ voor Paul Geerts, maar daarna volgt er een wisseling van de wacht. Eric de Rop wordt van De Geuzen overgeheveld naar Suske en Wiske en Goossens neemt het inktwerk van Vandersteens zwanenzang voor zijn rekening.
Toen Vandersteen in 1990 overleed, bleef er – in tegenstelling tot Ron van Riet en andere collega’s – voor Eugeen geen reeks over om zich op te storten. Zijn dienstverband bij Studio Vandersteen kwam daarmee ten einde. Gelukkig heeft hij voor fans nog geregeld tijd en signeert hij nog geregeld op beurzen en stripdagen. En hopelijk is hij nog een keer over te halen voor een gesprek in De Perfecte Podcast.
Eugeen Goossens de schilder
Naast zijn tekenwerk staat Goossens ook bekend als een begenadigd schilder. Met olieverf en doek kan hij eveneens goed overweg, wat blijkt uit onderstaande schilderijen.